Furlbach - Sennebäche in Schloß Holte-Stukenbrock

Het bos is de naamgever van deze waterloop. De den, de meest voorkomende boomsoort in de bossen van de Senne, werd vroeger Forle of Furle genoemd.
De 14,6 kilometer lange Sennebach - een rechter zijrivier van de bovenloop van de Ems - ontspringt in een bronveen in het naburige Augustdorf. Daar komt het water op talrijke plaatsen uit de grond voordat de kleine beekjes aan de rand van het brongebied samensmelten tot de Furlbach. De ruïnes van de Tütgemühle, een voormalige watermolen, getuigen van het feit dat zich hier al snel een flinke beek ontwikkelde. Op zijn weg door Schloß Holte-Stukenbrock voegen de Furtbach, die ook uit Augustdorf komt, en de Bärenbach, die uit het militaire oefenterrein Senne komt, zich bij de Furlbach voordat deze bij de Fockelmühle wordt afgedamd tot een visvijver.
De Furlbach verlaat Schloß Holte-Stukenbrock - nu weer in de vorm van een beek - na het passeren van de Sennesee, een grote voormalige zandgroeve. Daarna gaat hij verder naar het naburige Hövelhof. Ook daar wordt hij weer afgedamd tot een visvijver en stroomt dan in zijn oorspronkelijke vorm door de Koldingsheide, een oude grensheide van het prinsbisdom Paderborn en het graafschap Rietberg. De weg eindigt uiteindelijk in de stad Delbrück. Hier wordt de Furlbach via een oude sluis omgeleid om kort daarna in de Ems uit te monden.