Inwoners van Westfalen staan bekend als nuchter en geduldig. Dat moeten ze ook zijn, in elk geval als het om de bereiding van het typische roggebrood, de Pumpernickel, gaat. Tot 24 uur gaart het volkoren rogge bij ongeveer 100 graden. Zo ontstaat in alle rust de typische, zoete smaak.
Bij het brood smaakt de Westfaalse ham lekker: koud gerookt boven beukenhout en minimaal zes maanden op het bot gerijpt. Of de typische Nieheimerkaas, die net als de Harzer uit kwark wordt gemaakt.Om het jaar wordt er (internationale) aandacht geschonken aan deze specialiteit uit Oost-Westfalen: tijdens de Duitse kaasmarkt.
Een broodje ham of kaas – daar past een van de smakelijke bieren uit de regio bij. En daarna een Steinhäger. Al meer dan 200 jaar wordt de traditionele jeneverbessenschnaps in Steinhagen bij het Teutoburgerwoud gemaakt en in de typische flessen van bruine steen gegoten. Sinds 1989 is de productnaam beschermd naar EU-regelgeving.
Heel anders is het bij het Paderborner Landbrot. De typische bakvorm, de karakteristieke mix van rogge- en tarwemeel, mag dan wel uit Paderborn komen; het recept en de bereidingswijze zijn inmiddels door heel Europa verspreid. Talrijke bakkers buiten de domstad bakken daarom een smakelijke “Paderborner".
Minder bekend is de Westfälische Pickert, een uniek aardappelgerecht uit de regio. Hoofdbestanddelen zijn aardappelen, meel, eieren en melk. De pannenkoekjes kunnen vervolgens op oneindig veel manieren versierd worden: met spekreepjes of ham, met leverworst of jam, met honing of reuzel.
Wie van lekkere geuren houdt: de Borgholzhausener Lebkuchen smaakt niet alleen rond de Kerst – maar dan is deze wel op zijn lekkerst. De hazelnoten en honing voor dit traditionele gebak kwamen ooit uit het Teutoburgerwoud, terwijl de vele kruiden via de eeuwenoude handelsroutes naar de regio kwamen.