De spoorweg had grote strategische voordelen, omdat soldaten nu sneller van de ene plaats naar de andere vervoerd konden worden. Hierdoor konden grotere afstanden dan voorheen te voet worden afgelegd. Aangezien de grens van het koninkrijk in de directe nabijheid van het treinstation begon, werd dit ensemble ook beveiligd.

Het hele complex van Fort A was ongeveer vijf keer zo groot als de "Reduit", het hart van het complex dat vandaag de dag nog steeds bewaard is gebleven. Na zijn militaire functie deed Fort A dienst als militair hospitaal en ook als onderkomen voor soldaten. In 1878 werd begonnen met de ontmanteling van de vier buitenste verdedigingsringen op het terrein. Alleen de Reduit bleef overeind, die werd opgeknapt voor gebruik als ziekenboeg en onderkomen. Hiervoor werden grote ramen in de buitenmuur gehakt. Het militaire gebruik eindigde in 1918.

Omdat de grond vervuild was met meters olie van het vorige gebruik, moest het terrein tot een minimum worden gerenoveerd. Oorspronkelijke plannen om hier het Pruisisch Museum te vestigen liepen op niets uit. Fort A werd gebruikt als tijdelijke opslagplaats voor grotere landbouwwerktuigen, die hier werden bewaard totdat ze konden worden tentoongesteld in het Minden Museum.

Toen de Britten in 1994 de stad verlieten en daarmee hun kazerne op de Simeonsplatz, werden de gebouwen bestemd voor museaal gebruik. Fort A werd aan zijn lot overgelaten. Jarenlang bleef het in een "Doornroosje-slaapje", maar in 2008 nam het Tucholsky Theater het over. De theatermensen zijn er vast van overtuigd dat het oude gebouw nog nooit zo goed is gebruikt als nu. Ze zeggen dat Fort A gewoon al zo lang op hen wacht.