Höxter | Corveyer Zeugnisse

De abdij Corvey werd in 822 gesticht in de directe omgeving van Höxter. Keizer Lodewijk de Vrome schonk de stad en het omliggende gebied aan de keizerlijke abdij. Ook de inwoners van Höxter, die afhankelijk waren van Corvey, profiteerden van de stichting van het klooster en zijn beschermheilige Vitus: met de steun van Corvey groeide Höxter uit tot een marktstad en stad, de inwoners kregen eigen rechten en konden een brug over de Weser en een stadsmuur bouwen.

Met het streven naar meer zelfstandigheid verslechterde de relatie met de stadsbestuurder in de 13e eeuw drastisch. De inwoners van Höxter verwoestten de stad Corvey, die door de abt van het klooster was gesticht, en het kasteel Brunsburg, dat aan de vorst toebehoorde. Door de zwakte van de abdij konden ze in de 14e eeuw een grote mate van autonomie verwerven. Pas in 1674 moest de stad zich weer volledig onderwerpen aan de abt. De heerschappij van Corvey eindigde in 1803 met de opheffing van het kerkelijke vorstendom.

Vele plaatsen, gebouwen en borden in Höxter getuigen van de bijna duizendjarige aanwezigheid van het klooster Corvey.