De kapel werd in 1661 gebouwd op kloostergrond volgens de plannen van kloostersecretaris Heinrich Loerdemann Hiervoor was de toestemming van abdis Maria von Amerungen nodig. In 1678 wijdde de Iburgse abt Marus Rost, die belast was met het geestelijk toezicht op het klooster Herzebrock, het altaar in. In 1706 kreeg het klooster de kapel cadeau van de erfgenamen van de stichter. Tot de laatste restauratie werd dit herdacht door een inscriptie boven het westportaal.
Oorspronkelijk had de kapel drie ingangen, waarvan alleen de westelijke is overgebleven sinds deze in 1901 werd verbouwd tot ziekenhuiskapel. Het portaal met ronde bogen wordt omlijst door twee zuilen met een bol als bekroning.
De kapel kan alleen van buitenaf worden bekeken.