Met de akkerbouwgewassen heeft de akkerbouwer onbedoeld veel andere plantensoorten naar Midden-Europa gebracht. In de loop van vele duizenden jaren hebben ze het uiterlijk van de velden gevormd. Veldkruiden zoals boterbloem, eenjarige pyrus of veldsla zijn al sinds de bronstijd op onze velden aanwezig. Andere aantrekkelijke bloeiende planten zoals Venus Mirror, Tuber Flat Pea of Delphinium zijn pas in de Middeleeuwen naar Midden-Europa gemigreerd.Maar niet alleen immigranten uit verre landen hebben de velden als leefgebied ontdekt. Ongeveer 100 wilde veldkruiden waren al thuis in het Midden-Europese natuurlandschap. Hun oorspronkelijke leefgebieden omvatten modderbanken langs rivieren of aan de zeekusten, d.w.z. plaatsen die worden blootgesteld aan regelmatig terugkerende verstoringen, vergelijkbaar met de ploeg van de boer.
De samenstelling en de frequentie van de wilde veldkruiden zijn afhankelijk van de omstandigheden ter plaatse en de beheerspraktijken. Op ondiepe kalkvelden zoals hier op Rabensberg zijn wilde kruiden bijzonder rijk aan soorten. Bovendien komen in wintergranen andere soorten voor dan in zomergranen of tussen de wortelgewassen. De redenen hiervoor zijn te vinden in de ecologie van de planten. Zo hebben voorjaarskiemen weinig kans om zich te vestigen in het reeds ontwikkelde wintergraan.
In de buurt
Fotogalerij
... klik om te vergroten