Kloster Falkenhagen

Het klooster, dat in 1247 werd gesticht, heeft een bewogen geschiedenis achter de rug met verwoestingen, wederopbouw en verschillende veranderingen van orde. Na de cisterciënzers vestigde de orde van de Wilhelmieten uit Witzhausen zich in Falkenhagen. Daarna vestigde de orde van de Kanunniken van het Kruis zich in het klooster. In deze tijd bracht de belangrijke prior Heinrich von Bocholt het klooster tot grote economische en geestelijke bloei tijdens zijn ambtstermijn van 1457 tot 1495. In die tijd was het waarschijnlijk het grootste klooster met bijna 90 monniken en meer dan 20 aangrenzende boerderijen. Tussen 1596 en 1604 werd het klooster voortgezet door de vierde orde en werd er een residentie voor jezuïeten gebouwd. In 1631 verbleef de belangrijke jezuïet Friedrich Spee von Langenfeld in het klooster Falkenhagen. Hij was een belangrijke katholieke hymneschrijver in de 17e eeuw en werd ook beroemd door zijn werk "Cautio Criminalis", waarin de juridische aspecten van heksenprocessen worden uitgelegd.