Akkerbouwgrond, grasland en bossen maken al eeuwenlang integraal deel uit van systemen voor agrarisch gebruik. De overgang van het ene leefgebied naar het andere was vloeiend. Akkerbouwgrond werd enkele jaren gebruikt voor de teelt van gewassen, om daarna als braakliggende grond te worden begraasd. Grasland werd af en toe omgevormd tot bouwland op armere locaties om gedurende één of twee jaar graan te verbouwen. Het bos diende niet alleen als bron van hout, maar ook als weiland voor het vee of als bron van strooisel of hooi.Naast weide- of Hude-bossen domineerden in het verleden twee andere vormen van bosgebruik: hakhout en middenbos. Hier lag de nadruk op de productie van brandhout. De bomen werden om de 25 à 30 jaar geveld. De regeneratie vond plaats vanuit de onderstammen. In tegenstelling tot het hakhoutbos, waar alle bomen werden geoogst, bleven in het middenbos geselecteerde bomen (meestal eiken) over als overlevenden. Met hun eikels leverden ze enerzijds veevoeder, maar anderzijds ook het hout voor vakwerkhuizen.In tegenstelling tot het huidige hoge bos waren de historische commerciële bossen erg licht. Ze boden ruimte aan een zeer soortenrijke gemeenschap. Hier op Heinberg wordt het gebruik van het middenbos op een klein gebied nieuw leven ingeblazen.
In de buurt
Fotogalerij
... klik om te vergroten